|
|
|
Holi Phagwa |
Holi Phagwa
Met het Holi-feest begint voor de hindoes ook het nieuwe jaar, omdat dit feest op de eerste dag van de eerste maand (Phagua) van de hindoe-kalender valt (in de westerse kalender maart/april). De in januari/februari geplante Holika-plant Pha (ricinusstruik) en in de loop van 5 weken aangegroeid tot een echte brandstapel wordt dan feestelijk aangestoken. Hiermee begint het Holi- of Phaguafeest en het duurt tot de eerstkomende dinsdag.
Na het verbrandingsfeest keert men huiswaarts om de volgende dag terug te keren. Men besmeert elkaar dan met as. Die middag trekt men bij voorkeur nieuwe kleren aan en besprenkelt men elkaar met welriekende stoffen en parfum. Ook gebruikt men rode en groene kleurstof als teken van vriendschap, hoop en liefde. Men wenst elkaar geluk en voorspoed toe. Holi is het religieuze feest om bezoeken af te leggen. Holi sluit op gepaste wijze het oude jaar af en viert zeer vrolijk het nieuwe.
Inhoudelijk wordt dit feest gedragen door het verhaal van prins Prahlaad en zijn tante Holika: Lang geleden regeerde in India de machtige koning Harnaakoes. Hij was heel erg slecht voor het volk. Zo hield hij de mensen voor dat hij zelf god was en gebood ze om alleen hem als god te vereren en te dienen. Het hele volk moest tot hem bidden en alle erediensten moesten voor hem verricht worden. Omdat hij als koning veel macht had, deden de mensen alles wat hij verlangde. Wie hem niet gehoorzaamde, werd op gruwelijke wijze gedood.
Deze koning had een jonge zoon die Prahlaad heette. Prahlaad was er heilig van overtuigd dat zijn vader Harnaakoes maar een mens was, zoals alle andere mensen. Daarom weigerde hij om zijn vader als een god te aanbidden, en begon hij de ware God te vereren en tot Hem te bidden. Dit gedrag van Prahlaad beviel zijn vader niet. Hij probeerde de jonge prins met lieve woorden tot andere gedachten te brengen. Toen zijn gevlij en aantrekkelijke beloften niets bereikten, ging hij Prahlaad hard aanpakken. Maar hoe hardhandig hij Prahlaad ook aanpakte, hij had geen succes. Het geloof van de prins in de ware God nam met de dag toe. Hij zong mooie liederen ter ere van God en haalde andere kinderen over om met hem mee te zingen en te bidden.
Toen de koning zag dat zijn gezag ondermijnd werd, was hij bang dat hij zijn macht zou verliezen. Daarom besloot hij zijn zoon Prahlaad te doden door hem in de zee te laten gooien. Toen de handlangers van Harnaakoes stenen aan zijn voeten gebonden hadden en hem in het water gooiden, bleef Prahlaad als door een wonder geholpen op het water drijven. Hij zonk niet. Hierop werd hij uit het water geheeld en probeerden ze hem met hun wapens te vermoorden. Toen werd hij levend begraven. Als hij na een paar weken opgegraven werd om te zien of hij al dood was, bleek Prahlaad nog springlevend te zijn. Wat de koning en zijn handlangers ook probeerden, ze konden Prahlaad maar niet dood krijgen.
Koning Harnaakoes had ook een zus die Holika heette. Zij had het idee dat ze onbrandbaar was. Daarom ging ze naar Harnaakoes en zei. '0 machtige koning, laat een grote brandstapel oprichten. Dan zal ik met de prins op deze brandstapel plaatsnamen. Hij zal door het vuur tot as verbrand worden en mij zal niets gebeuren omdat ik de gave heb onbrandbaar te zijn. '
Zo gezegd, zo gedaan. Er werd een grote brandstapel opgericht en nadat Holika en Prahlaad hierop plaats hadden genomen,- werd alles in brand gestoken. De brandstapel brandde de hele nacht flink door. 's Morgens ging een groepje kinderen kijken wat er eigenlijk gebeurd was. Daar zagen ze de jonge Prahlaad vrolijk met het overgebleven as spelen. Holika zelf was door het vuur helemaal verbrand en Prahlaad was ongedeerd gebleven. De kinderen vonden dat erg fijn. Ze hadden veel plezier, zongen, dansten en maakten pret omdat Holika verbrand was en de vrome Prahlaad nog leefde.
Deze gebeurtenis wordt door de Hindoes jaarlijks herdacht. Ze vieren dan de overwinning van het goede op het kwade, van de goddelijkheid op de ongoddelijkheid, van het recht op het onrecht. |
|
|
|
Advertentie |
|
| |